Deze luistervaardigheden sluiten naadloos aan bij de vaardigheden die kinderen later nodig hebben bij het begrijpen van teksten. Zo ontstaat een krachtige doorgaande lijn. Gelukkig groeit het besef op scholen dat deze lijn essentieel is. Maar hoe geef je daar concreet vorm aan? Welke interacties dragen écht bij aan luisterbegrip? En ben jij of is je team voldoende toegerust om dit planmatig aan te pakken?
Doelgericht en planmatig werken met boeken en verhalen vraagt om meer dan alleen voorlezen. Het vraagt om bewuste keuzes in het thematische aanbod en het vraagt samen betekenis geven aan tekst. Zo wordt elk verhaal een kans om taal- en redeneervaardigheid te versterken - en om kinderen te laten groeien als luisteraars én als lezers.
Actief begrijpend luisteren
In de onderbouw leren kinderen de vaardigheden die ze later nodig hebben om teksten te begrijpen. Ze leren dat je je iets kunt afvragen over het verhaal, ze leren redeneren over gebeurtenissen in een verhaal of leren wat over hoofdzaken en bijzaken van een verhaal. Met kleine didactische aanpassingen in je voorleesroutine kun je meer halen uit boeken en verhalen die je in een thema inzet.
Bedenk van tevoren welk prentenboek je kiest en welk doel je in een voorleessessie aan bod laat komen. Wat wil je dat de kinderen leren? Wat zeg je tegen ze voordat je begint? Kinderen luisteren anders als ze weten wat er van hen verwacht wordt en waar ze over gaan denken en praten.
Wil jij hier ook mee aan de slag?
In vier bijeenkomsten ontdek je hoe je doelgericht en planmatig kunt werken met boeken en verhalen. Je verdiept je in de theorie, krijgt praktische handvatten en oefent met technieken zoals hardop denkend voordoen. Ook is er aandacht voor actieve aandacht, inzetten en uitbreiden woordenschat, kennis over taal en kennis van de wereld en differentiatie. Net als bij het lezen van teksten geldt: als het leuk is, gaat het beter. (en vise versa). Hoe zorg jij ervoor dat luisterplezier in de onderbouw naadloos overgaat in leesplezier in de bovenbouw?