Wat was jouw behoefte toen je de cursus ging doen?
‘Na de pabo ben ik algemene gezinspedagogiek gaan studeren. Ik werk op een school in Rotterdam en daar is altijd veel te doen op het gebied van gedrag. Daar wilde en mocht ik meer mee gaan doen. Ik deed veel op gevoel en had behoefte aan tools. Waarom doe ik wat ik doe? Ik wilde het kunnen verklaren en gerichter inzetten. Verder was ik benieuwd hoe anderen werken. Wat zou er passen bij onze school? Waar kan ik een start mee maken? We hadden bijvoorbeeld een methode voor sociale vaardigheden die niet voldeed.’

Wat was je grootste inzicht?
‘Iedere bijeenkomst was interessant, maar ik was vooral heel blij met het ABC-schema. Dat is zo handig om te gebruiken bij observaties. Het kost niet veel tijd en je hebt heel snel in beeld wat er gebeurt. Én wat je over het hoofd hebt gezien. Ik heb veel inzichten opgedaan op het gebied van observeren, maar ook geleerd hoe ik gesprekken kan voeren met collega's. Ik vond dat spannend en daar is gelukkig veel aandacht aan besteed. Verder heb ik kennisgemaakt met Opbrengstgericht werken in 4D.’

Wat heb je vervolgens in de praktijk gedaan?
‘Het mooie plan dat ik als eindopdracht had gemaakt om aan de slag te gaan als gedragsspecialist, moest even wachten vanwege corona. Ik ben toen wel begonnen met de implementatie van PBS, een aanpak die helemaal in het kader staat van gedrag. Het schooljaar erna ben ik het eerste half jaar ingezet om een leerkracht te coachen. Ik heb ook met de groep gewerkt. Het was zo leuk om te observeren, te versterken wat goed gaat en te denken vanuit mijn collega. Verder ben ik betrokken bij het antipestbeleid en ben ik een vraagbaak voor collega's. Bij alles wat ik doe gebruik ik data. Wat zijn de gedragsverwachtingen? Werken de dingen die we inzetten? Zijn er minder incidenten? Moet een interventie groepsgericht of kindgericht zijn?’

Wat zijn je ambities nu?
‘Het is de bedoeling dat mijn collega's van de boven- en onderbouw mij inroepen bij vragen. Ook monitor ik het incidentenregistratiesysteem, om vervolgens te observeren en in gesprek te gaan. Het aantal vragen neemt toe en ik vind het leuk om te merken dat collega's blij zijn met mijn adviezen. Vaak gaat het ook om bevestiging. “Ah, dan had ik het toch goed gezien.” Er mogen van mij nog meer vragen komen. Uiteindelijk wil ik nog meer toe naar het coachen van leerkrachten en het voeren van kindgesprekken.’

Heb je tips voor toekomstige cursisten?
‘Jazeker. Ik had het geluk dat de school waar ik werk openstaat voor mijn ambities en ik krijg alle ruimte om me verder te professionaliseren. Het is wel belangrijk dat je na de cursus echt aan de slag kunt in de praktijk. En dan is het goed om daar van tevoren al met het management over na te denken. Wat wil je bereiken? En kun je dat dan ook gaan doen?’