TB 026

Differentiëren en de rol van de vaksectie

Differentiëren gebeurt in de klas. Maar om het differentiëren echt goed uit de verf te laten komen, heb je alle geledingen binnen de school nodig. Oók de vaksectie. Itir Sezen, docent Duits en teamleider onderbouw mavo/havo van het Hervormd Lyceum West, vertelt hoe differentiëren er in haar sectie uit ziet.

Het Hervormd Lyceum West in Amsterdam (HLW) biedt mavo, havo en vwo. Om zicht te krijgen op de potentie van alle leerlingen, starten zij in een tweejarige dakpanklas (mavo/havo of havo/vwo). Pas daarna kiezen leerlingen voor een afdeling. Het lukt dikwijls om goede en gemotiveerde leerlingen uiteindelijk met een hoger diploma te laten uitstromen dan op basis van het basisschooladvies verwacht mag worden. Niet voor niets noemt de school zichzelf ‘specialist in opstromen’. Itir Sezen en haar collega’s zijn er trots op.

BIT-arrangementen

Om met alle verschillen in de klas om te gaan en om leerlingen optimaal te ondersteunen, zet de school vol in op differentiëren. Daarbij krijgt ze hulp van de CED-groep. Om te differentiëren, gebruiken de docenten BIT-arrangementen. Dat betekent dat de docent de groep in 3 à 4 subgroepjes verdeelt (de gemiddelde groep, de sterke leerlingen, de zwakke leerlingen en eventueel de zeer zwakke leerlingen). Elk subgroepje krijgt een eigen arrangement aangeboden (Basisarrangement, Toparrangement of (zeer) Intensieve arrangement). ‘Bij het maken van de subgroepjes keken we in de sectie Duits aanvankelijk alleen naar harde data, zoals de cijfers van de repetities die wij na elk hoofdstuk geven. Inmiddels kijken we ook naar andere kindaspecten, zoals het maken van huiswerk, concentratie en betrokkenheid in de klas.’ De indeling in subgroepjes kan per periode verschillen. ‘Gelukkig maar’, zegt Itir daarover. ‘Voor de leerlingen is het motiverend dat ze zien dat dingen kunnen veranderen. We vinden het belangrijk dat ook de leerlingen in het intensieve arrangement beseffen: ik ben niet zwak, maar we zijn nu met iets bezig wat ik lastig vind en waarin ik nog een stap kan maken.’

Differentiëren in instructie en verwerking

Itir vertelt dat zij zelf vooral differentieert in de instructie en verwerking: ‘De sterke leerlingen kunnen doorgaans gelijk aan de slag als ik ze een opdracht geef. Meestal werken ze aan steropdrachten. Met de basisgroep en de intensieve groep start ik meestal met een instructie van 5-7 minuten. Daarin herhaal ik vaak een stukje grammatica, omdat dat zo’n belangrijk onderdeel is. Na de instructie gaat de basisgroep werken aan de basisopdrachten, de intensieve groep heeft het vaak nodig om extra uitleg te krijgen, op een andere manier. Daarna gaan ook zij opdrachten maken. Eerst een aantal reproductie-opdrachten, die te maken hebben met mijn extra uitleg, daarna de basisopdrachten. Soms hebben leerlingen uit de intensieve groep niet genoeg aan de les. Dan kunnen ze extra steunlessen volgen, die een collega van mij aanbiedt. Ik bespreek altijd met de betreffende collega: dit onderdeel lukt nog niet, wil jij dat overpakken?’

Uitwisseling tussen collega’s

Bij het differentiëren in de klas kiezen docenten over het algemeen hun eigen insteek. Daarbij kunnen ze wel rekenen op elkaars hulp. Itir: ‘We wisselen bijvoorbeeld materialen uit die we zelf ontwikkelen. Laatst had ik een werkvorm met kaartjes bedacht, die in mijn klassen heel goed uitpakte. Dan zeg ik tegen mijn collega’s: je zou kunnen kijken of het bij jou ook werkt. Binnen de sectie nodigen we ook collega’s uit in onze lessen. Ik heb bijvoorbeeld een collega die echt de allerbeste tekstlessen geeft. Ik schroom niet om haar te vragen om aan mijn mavo-3 of -4 klas een tekstles te geven. En zo zijn er ook collega’s die mij uitnodigen om een grammaticales te geven. We weten elkaars sterke kanten te benutten, we vinden het fijn dat we de leerlingen en elkaar kunnen helpen.’ Het uitwisselen gebeurt overigens niet alleen binnen de sectie Duits.

Keuzes maken in het programma

Het is mooi om te zien dat de docenten Duits samen optrekken om van het differentiëren een succes te maken. Zij doen dat onder meer ten aanzien van de lesstof. Itir legt uit: ‘Op basis van de einddoelen in het examenjaar hebben we gekeken waar we in welk leerjaar aan gaan werken. Luistervaardigheid is bijvoorbeeld een belangrijk SE-onderdeel. Daarmee gaan we dus al in leerjaar 2 systematisch oefenen; de leerlingen leren waar ze naar moeten luisteren en wat ze moeten horen. We zijn hierbij niet streng in het toetsen, maar we oefenen wél. Omdat lezen een belangrijk element in het centraal examen is, gaan we al in leerjaar 2 aan de slag met leuke, aantrekkelijke teksten. Daarbij leggen we trouwens ook de link naar het vak Nederlands, omdat daar bepaalde zaken al aan bod zijn gekomen, zoals het zoeken van kernzinnen en signaalwoorden.’

De methode Duits besteedt al in leerjaar 2 behoorlijk uitgebreid aandacht aan spreekvaardigheid. De sectie maakt hierin bewust een andere keus. Itir: ‘We kiezen vooral voor kleine opdrachtjes, gericht op zaken waarbij de leerlingen zich iets kunnen voorstellen. Dan moeten ze bijvoorbeeld iets vertellen over hun hobby of gezin. In de leerjaren erna bouwen we die spreekvaardigheid steeds verder uit.’

Warme overdracht

De docenten Duits maken aan het begin van elk schooljaar ook werk van een goede, warme overdracht van leerlingen. ‘Want om te differentiëren moet je natuurlijk wel goed weten wat voor kind je voor je hebt’, benadrukt Itir. ‘De informatie die we overdragen, gaat over het vak, de didactiek en de manier waarop er met het kind gewerkt is, maar ook over het sociaal-emotionele stukje. En als een zorgleerling bijvoorbeeld bepaalde begeleiding heeft gekregen, kijken we of we dat als sectie kunnen continueren of dat bijvoorbeeld de zorgcoördinator hier iets in zou moeten betekenen.’

Doe de scan!

Hoe differentieert jouw eigen vaksectie? Wat lukt goed en waar is winst te halen? De CED-groep maakte een compacte scan, waarmee je in één keer een duidelijk beeld krijgt. Een mooi vertrekpunt voor het gesprek hierover in de vaksectie en het formuleren van mogelijke ontwikkelpunten!
Ga direct naar de scan
x