De wind mee
Alle docenten hebben nu de eerste bijeenkomst achter de rug. Na de zomer volgt de tweede. Noemenswaardige hobbels zijn Elsje en Annemieke tot nu toe niet tegengekomen. Dat de trainingen relatief kort op elkaar zijn, ziet Annemieke als een van de succesfactoren. ‘Verder gaven sommige docenten aan dat zij al veel doen op het gebied van taal. Dat werd in de training ook bevestigd. Tegelijkertijd kwam iedereen naar buiten met nieuwe inzichten en inspiratie om 's middags in alle vrijheid mee aan de slag te gaan. Dat is heel waardevol.’
Elsje: ‘We zijn bij alle trainingen ook even binnengelopen en bewegen mee met de specifieke wensen. Wat ook een pluspunt is, is dat alle lessen zijn vervangen door een externe docent. De school geeft ons op alle fronten de ruimte om dit traject succesvol te doorlopen. Onze directie is ook heel enthousiast.’ Annemieke vult aan: ‘Elsje en ik werken allebei al meer dan 20 jaar bij het Fioretti College en zijn daardoor vertrouwde gezichten. We zijn zichtbaar, aanspreekbaar en bereikbaar. Ik denk dat dat allemaal helpt.’
De eerste parels
Het vrije middaggedeelte van de eerste trainingsdag over taalsteun en context heeft al tot mooie inzichten geleid. Zo werkt de sectie biologie met exittickets en stellen de secties natuurkunde, scheikunde en techniek hun vaktaaldoelen bij, zodat leerlingen nog beter leren om in vaktaal te antwoorden. Ook de vaksectie van Annemieke en Elsje heeft resultaten geboekt. Met behulp van de taaltrap die Linda heeft geïntroduceerd, kunnen docenten vaststellen op welk taalniveau leerlingen zich bevinden en waar ze naartoe moeten.
De taaltrap in de praktijk
‘Deze kennis over de taaltrap hebben we ingezet bij de beoordeling van de mondelinge examens Literatuur van 5H,' vertelt Annemieke. 'We bespreken in die examens de gelezen boeken. De ene leerling formuleert het antwoord beter dan de ander. Dit konden we al duiden, maar nu maken we de kwaliteit van het antwoord inzichtelijker voor de leerling door de taaltrap actief in te zetten. We sturen erop door te vragen: kun je het ook op een andere manier zeggen?'
Elsje vult aan dat het soms lastig is voor leerlingen om te begrijpen waarom zij een onvoldoende hebben. ‘Ze hebben de boeken toch gelezen? Maar het gaat om het formuleren. Als dat op het niveau is van de onderste traptrede, dan zijn ze er dus nog niet. We begeleiden leerlingen van dagelijks algemeen taalgebruik (DAT) naar cognitief-academische taal (CAT).’