BEELD 412

Iedereen hoort erbij

Geschreven door: Ruth Heuvelman

Hoe samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs en zorg inclusie bevordert

Ieder kind heeft het recht om te leren, om zich optimaal te ontwikkelen en om volwaardig mee te doen (Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind, Salamanca).

Dat geldt voor alle kinderen en betekent dat voorzieningen voor opvang en educatie goed moeten kunnen omgaan met deze diversiteit van de kinderen. Integrale samenwerking blijkt goed te werken in de omgang met deze complexe vraagstukken, het omgaan met de grote verschillen tussen kinderen. Om inclusie te bevorderen is het dus van belang dat onderwijs, opvang en zorg met elkaar samenwerken.

Een inspirerend praktijkvoorbeeld in Amsterdam is het Humanistisch Kindcentrum de Wereldboom.

Dit kindcentrum biedt onderwijs, opvang en ondersteuning aan kinderen van 0 t/m 12 jaar. Vanuit één pedagogische visie, onder één dak en door één enthousiast team van professionals. Zo sluiten onderwijs en opvang naadloos op elkaar aan en is er brede aandacht voor ieder kind. Het is de eerste locatie in Amsterdam waar in hetzelfde gebouw groepen zijn voor regulier-, speciaal basisonderwijs en voor cluster 3, zml. Ik sprak hierover met Ine van Vuuren, directeur van de Wereldboom.

Wat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek het meest effectief voor de ontwikkelingskansen van kinderen en het leren en ontwikkelen van professionals binnen deze voorzieningen? Volgens de betrokkenen dragen de volgende punten bij aan het succes van deze samenwerkingsrelatie: bottom-up werken, gedeelde waarden en een sterk commitment om samen te werken en sterk inhoudelijk leiderschap. Ook het hebben van regelmatige bijeenkomsten met elkaar, gezamenlijke professionalisering en politieke rugdekking dragen bij aan het succes. [1]

1. Hoe geven jullie vorm aan de gezamenlijke professionalisering en samenwerking?

Mensen die hier werken moeten commitment geven. We hebben teamscholing met de kinderopvang samen. We creëren kansen om met vragen bij elkaar te komen. Zo sluiten we ook regelmatig bij elkaar aan bij een zorgoverleg en is er gezamenlijke intervisie. Ook hebben we een gezamenlijke startbijeenkomst en teambuilding. We vinden het heel belangrijk dat we een team zijn. Een leerling hier is onze leerling en niet die van jou of mij. Je doet het met elkaar. We kijken steeds met elkaar naar hoe we ervoor gaan zorgen dat dit lukt. Bijvoorbeeld gedragsproblemen bij leerlingen, die heb je nooit alleen, daar gaan we als team mee aan de slag.

2. Hoe zien jullie een sterk commitment om samen te werken terug?

We zien dat mensen elkaar meer gaan opzoeken, ook informeel. We zitten samen (peuteropvang, opvang en school) in verschillende ontwikkelteams. Zo is er bijvoorbeeld een ontwikkelteam voor humanisme om samen de feesten vorm te geven. Er is ook een ontwikkelteam Vreedzame School. We zetten steeds samen onze koers verder uit: hoe ver zijn we nu en waar gaan we naar toe. Het plan is om ook maatjes te gaan vormen door collega’s aan elkaar te koppelen en zo samen bepaalde onderwerpen te gaan oppakken. Bijvoorbeeld om bij elkaar in de les te gaan kijken. Aan alle kanten levert dat wat op. Ook zie ik het belang van leiderschap hierin: je moet dit zelf ook uitdragen en voorleven en soms een beetje stimuleren. Als jij het belangrijk vindt, vinden andere mensen en kinderen dat ook.

3. Waarom is sterk inhoudelijk leiderschap zo belangrijk?

We zitten hier met 4 scholen en 1 opvang. Leiderschap betekent dat je steeds weer aangeeft: wij zijn één team, we horen bij elkaar. Je bent niet meer die ene school of opvang; je bent een team. Onze instelling moet steeds zijn: hoe gaat het iedereen hier lukken om een team te zijn en wat is daarvoor nodig? Wat kunnen we bij de opvang delen wat werkt? En hoe kan de school ondersteunen in de opvang? Wat is er nodig om het wel te laten slagen voor jou en voor deze kinderen en hoe gaan we dit realiseren? Voor een aantal kinderen bleek extra gespecialiseerde zorg nodig te zijn of bijvoorbeeld extra hulp nodig om tot spelen te komen in de vorm van spelbegeleiding. Dan gaan we op zoek naar deskundigen en gaan dan weer kijken hoe het toch gaat lukken. Steeds kijken naar wat werkt en wat er voor nodig is. Ik gebruik graag ‘feed forward’: wat hebben we ervan geleerd voor de volgende keer. Mijn motto is: Goed voor vandaag, beter voor morgen; je bent nooit klaar. Dat moet wel je mindset zijn als je hier werkt.

Uit wetenschappelijk onderzoek [2] blijkt dat onderscheidende kenmerken voor een succesvolle samenwerking tussen onderwijs, opvang en zorg onder andere het nastreven van een of meer gezamenlijke doelen zijn en dat het handelen vanuit deze gezamenlijke visie en doelen succesvol is.

4. Kun je aangeven hoe jullie als kindcentrum met elkaar zijn gekomen tot een gezamenlijke visie en doelen?

Om met elkaar een Humanistisch Kindcentrum te worden, zijn we gestart met het bepalen van onze visie en doelen. Wat zijn de kernwaarden die horen bij humanisme en hoe zien we dat terug in opvang en onderwijs? Met elkaar hebben we vervolgens in kaart gebracht wat we al deden en in hoeverre je het humanisme daarin kan inpassen. Door deze insteek te kiezen, werd de gezamenlijke visie veel meer iets van ons samen en dat voelt goed. We kwamen zo samen op onze 3 belangrijke kernwaarden uit: Samen leren leven, Groen & gezond en Iedereen een 10! Als team zijn we toen deze 3 kernwaarden heel praktisch gaan doorlopen. Wat houdt deze kernwaarde in? Waar staat deze school voor en hoe zien we dat terug, bijvoorbeeld in activiteiten? Als je een activiteit ontwerpt, kan je dat altijd tegen een (of meer) van deze kernwaarden houden. Deze kernwaarden zijn tegelijkertijd ook een soort filter. Het helpt je om keuzes te maken als kindcentrum in wat je wel en niet doet. Het geeft je meer focus. Op 8 maart 2019 was de officiële opening van de Wereldboom: Wij zijn de Wereldboom, dit zijn wij en hier gaan we voor. Dit kunnen wij als één team uitdragen.

5. Kan je een voorbeeld geven van hoe de gezamenlijke visie en doelen terug te zien zijn in jullie praktijk?

We zijn opnieuw begonnen met de invoering van Vreedzaam binnen ons gehele kindcentrum en iedereen doet hierin mee. We bespreken met elkaar: Hoe ga je om met ongewenst gedrag, hoe bevorder je het gewenst gedrag en hoe werk je aan de eigenheid van de kinderen. Doordat we in het hele kindcentrum dezelfde taal spreken, dezelfde afspraken hebben en dezelfde symbolen gebruiken, herinnert het de kinderen er zo ook steeds weer aan dat wij het hier op deze manier doen. We zijn samen met Mirjam van der Ven (projectleider Vreedzame School) aan het bouwen. Zo zijn er voor de kinderen schoolbanen- en taken. Zij krijgen zo verantwoordelijkheid en blijven betrokken. Je bent iemand en hebt een stem in het geheel. Dit principe komt ook terug in het Humanisme: ieder kind is al een mens.

Een praktisch voorbeeld hiervan is dat we elke donderdagmiddag een participatie-uur hebben. Alle leerlingen mogen hiervoor solliciteren op schooltaken, bijvoorbeeld voor het restaurant team, glossy team, recycle-,en tuin team en Instagram team. De leerlingen bedenken zo: wat kan ik nou goed en waar zou ik willen werken. Kinderen uit alle schoolsoorten, groepsoverstijgend, gaan vervolgens samen in een team aan de slag voor de school of de buurt. Zo ging het team ‘restaurant de gezonde wereldboom’ op bezoek bij de Hubertus-Berkhoff. We zien dat kinderen veel leren, hun talenten worden benut en dat ze veel kunnen. Ze ontmoeten elkaar en al onze kernwaarden komen erin terug. We zijn ook een een ‘wall of fame’ aan het maken. Van alle kinderen die een baantje hebben op school (postbode, nieuwe kinderen rondleiden, fotograaf, dj etc) hangt een foto op de ‘wall of fame’ als je binnenkomt. De school is voor de kinderen en die mogen een stem hebben. Je kan altijd iets goed en dat mag je laten zien.

We hebben vakdocenten (beeldend vorming) die een ‘trots muur’ aan het maken zijn. Daar wordt het werk van de kinderen opgehangen, een expositie. Dit past weer heel goed bij het gedachtengoed van Vreedzaam. Kinderen geven elkaar opstekers (complimenten) en leren te vertellen wat ze mooi vinden aan de kunstwerken. Dat wat jij hier hebt gemaakt als kind, dat doet er toe! Het is mooi wat je hebt gemaakt.

Verder zie je het ook terug in ons gebouw. We hebben van te voren nagedacht over welke dingen we willen doen en welke ruimtes daarvoor nodig zijn. We willen een plek zijn waar kinderen elkaar ontmoeten, dan moet je dat ook mogelijk maken. Zo is er een kooklokaal, atelier en gymzaal. Ook na schooltijd zijn er een aantal ook clubjes: sport, creatief, muziek. Kinderen kunnen hier snuffelen aan activiteiten, in een veilige vertrouwde omgeving. Juist voor deze kinderen is dat heel fijn. De succeskans dat het lukt maak je daardoor groter. Wij hebben trainers van de gemeente (‘Jump-in’school), van de muziekschool Amsterdam en we trekken ook mensen van buitenaf aan voor bijvoorbeeld de kooklessen. Soms is er ook een combinatie mogelijk van de clubjes en naschoolse opvang. Je kiest wat je leuk vindt en daar mag je heen. En dan zorgen wij vervolgens dat het jou daar lukt!


In onderzoek [3] naar zogenaamde koplopers van kindcentra 0-12 jaar blijkt dat interprofessioneel samenwerken een belangrijk kenmerk is van het ikc. De samenwerking van de breed samengestelde teams wordt vormgegeven vanuit een sterke gezamenlijke visie op de ontwikkeling van kinderen hoe kinderen het beste ondersteund kunnen worden in hun ontwikkeling. De ontschotting en het wegnemen van de ‘knippen’ zijn een belangrijke succesfactor voor het realiseren van een ononderbroken ontwikkeling van kinderen en het creëren van een gezamenlijke cultuur.

6. Wat is het effect van het ikc als integrale voorziening op de ontwikkelingskansen van de kinderen?

Kinderen leren hier van en met elkaar. Het is heel mooi om te zien hoe ze elkaar ook helpen. Ze hebben goed door wat een ieder wel of niet kan en kunnen dat een plek geven. Voor de kinderen hoor je bij de Wereldboom. Zij denken niet in hokjes. Wij zitten hier met de klassen van de verschillende scholen in het kindcentrum allemaal naast elkaar. De kinderen van de reguliere scholen ontmoeten elkaar op de leerpleinen. Het buitenspelen vindt gezamenlijk plaats. Voor de kinderen is dit heel normaal. Ik zie ze elkaar helpen en vriendschappen ontstaan, bijvoorbeeld door gezamenlijk interesses, ook na schooltijd, dwars door alle verschillen heen. Iedereen hoort erbij. En zo voelen de kinderen het ook.

7. Tot slot: Kan je voorbeelden geven van waar inclusie binnen jullie ikc nu echt plaatsvindt?

Kinderen vinden elkaar op veel verschillende momenten, bij de participatie-uren, op de leerpleinen, tijdens het buitenspelen en de vieringen.

Het belangrijkste is dat je steeds moet denken in kansen: ga ervan uit dat een kind het goed doet als die het kan. Dus als kinderen het niet kunnen, dan ga je er voor zorgen dat het ze gaat lukken in plaats van de kinderen af te rekenen op hun gedrag. Inclusie begint met de instelling dat iedereen het hier lukt en dat iedereen er bij mag horen. Een goede visie is hierbij helpend, maar zeker ook een goede mindset. Wij willen dat iedereen een fijne dag heeft en samen kijken we naar hoe dit gaat lukken!

Dit blog is afkomstig van EarlyYearsBlog. Meer artikelen lezen? Ga dan naar EarlyYearsBlog.nl

Earlyyearsblog
x