7156

Werken aan gelijke kansen

In de gemeente Gorinchem is 17 procent van de 16-jarigen laaggeletterd, fors meer dan in de rest van Nederland. Dit is best opmerkelijk, bijvoorbeeld omdat geen enkele school onder toezicht van de inspectie staat en de gemeente strak regie voert op de voor- en vroegschoolse educatie. Wat is er aan de hand? En vooral: wat kan eraan gedaan worden? Janny Rijks Lutke, beleidsadviseur van de gemeente, maakt zich hard voor een doorgaande lijn van 0-18 jaar, sámen met lokale partners.

Handvatten om de resultaatafspraken aan te scherpen

“We hebben in de gemeente al jaren een werkgroep voor- en vroegschoolse educatie. Hierin zitten professionals met verstand van zaken, die de kinderen van 0-6 jaar volgen en resultaatafspraken maken over bijvoorbeeld technisch lezen, rekenen en begrijpend lezen. De begeleiding van deze heel actieve werkgroep is in handen van de gemeente, de CED-Groep sluit aan als adviseur”, vertelt Janny Rijks Lutke, werkzaam bij de gemeente Gorinchem als beleidsadviseur onderwijsachterstanden, passend onderwijs, sociaal-cultureel werk en jongerenwerk.

In het functioneren van de werkgroep speelt de Onderwijsmonitor Gorinchem een sleutelrol. Deze monitor, uitgevoerd door de CED-Groep, brengt allerlei aspecten van de voor- en vroegschoolse educatie in beeld. Dan hebben we het vooral over de deelname aan voorschoolse voorzieningen, het bereik onder doelgroepkinderen en de opbrengsten in de onderbouw van de basisschool. De cijfers worden aangevuld met een kwalitatieve analyse, waarvoor interviews plaatsvinden met partners in het veld. Deze kwalitatieve verdieping geeft handvatten om de resultaatafspraken aan te scherpen en het beleid te optimaliseren.

Laaggeletterdheid op de agenda

Janny kent het onderwijs van binnenuit, tot 2019 was ze zelf directeur in het voortgezet onderwijs. “Ik werkte op scholen die volgens de Inspectie zwak waren. Samen met het team ging ik aan het werk om de school er weer bovenop te krijgen. Daar komt mijn drijfveer vandaan: ik wil graag het goede doen voor kinderen.” Het is dus niet zo verwonderlijk dat ze in Gorinchem al snel het thema laaggeletterdheid wilde agenderen. “Hier is 17 procent van de 16-jarigen laaggeletterd, landelijk is dat 11 procent. Ik vind dat heel opmerkelijk. We hebben jonge kinderen zó goed in beeld. Wat gebeurt er tussen de 6 en 16 jaar? Daar wilde ik graag over in gesprek gaan met directeuren uit het primair en voortgezet onderwijs. Het leek me een goed onderwerp voor de Lokale Educatieve Agenda.” En zo geschiedde. Dit was het startpunt van een geweldige beweging die op gang is gekomen.

Scherper zicht op onderwijsachterstanden

Zo is bijvoorbeeld besloten om de Onderwijsmonitor door te trekken tot 12 jaar. Ook bij deze monitor gaat het om zowel kengetallen als kwalitatieve analyse. “Hiermee hebben we als gemeente een dashboard en krijgen we scherper zicht op welke interventies succesvol zijn. Want er zijn ongelofelijk veel interventies. Jaarlijks is er ongeveer 1,3 miljoen beschikbaar aan middelen voor Onderwijsachterstandenbeleid. Bijna een miljoen daarvan gaat naar de opvang van doelgroepkinderen, de rest gaat naar zeer uiteenlopende interventies.

Ketensamenwerking na monitorgegevens

Er zijn naast de vve-werkgroep twee andere werkgroepen geformeerd, voor primair (po) en voortgezet onderwijs (vo). In de werkgroep voor het po zitten zes schoolleiders, de directeur van het samenwerkingsverband, een adviseur van de CED-Groep en Janny zelf. “Met de ketenpartners komen we minimaal drie keer per jaar bij elkaar en voeren dan vaak prikkelende discussies. Om de discussie feitelijk te houden, is het goed dat we nu de beschikking hebben over de monitorgegevens en natuurlijk over wetenschappelijk onderzoek. Daardoor kunnen we met elkaar beter bepalen welke resultaten we willen behalen en waar we op gaan sturen. In die werkgroep zijn verschillende denominaties vertegenwoordigd. Als gemeente kun je hierin een verbindende factor en een facilitator zijn.”

Gelijke Kansen Alliantie

Ongeveer een jaar geleden heeft Gorinchem zich ook aangesloten bij de Gelijke Kansen Alliantie. De Gelijke Kansen Alliantie is gestart in de vier grote steden met als centrale vraag: wat moet je doen om kinderen gelijke kansen te geven? Inmiddels zijn er 50 gemeenten aangesloten, die samen met scholen, ouders en maatschappelijke organisaties werken aan gelijke kansen in het onderwijs. In alle aangesloten gemeenten zijn afgelopen jaren tal van wetenschappelijk onderbouwde interventies ontwikkeld en ingezet. Het blijkt bijvoorbeeld dat interventies die school, straat en thuis met elkaar verbinden, de meeste kans bieden op een goede ontwikkeling van het kind. Ook is duidelijk dat interventies die je op jonge leeftijd toepast het meeste succes hebben. In Gorinchem laat men zich graag inspireren door interventie die elders in het land beproefd zijn. “Beter goed gejat dan slecht bedacht”, zegt Janny daarover.

Werken aan kansengelijkheid

“Door de Gelijke Kansen Alliantie zijn alle lokale partners nu actief betrokken bij het terugdringen van de laaggeletterdheid. Met elkaar hebben we gekeken wat er in deze stad allemaal gebeurt op het gebied van taal. Het blijkt dat er tientallen interventies zijn, die zich richten op de taalontwikkeling van kinderen van 0 tot 18 jaar. Er gebeurt zoveel, maar hoe effectief is dat allemaal? En waar zitten de doublures en hiaten? Zeker in het po lukt het al heel goed om hierover een open en constructieve discussie te voeren en om succesvolle interventies met elkaar te delen. In het vo komt dat gesprek wat moeilijker op gang. De interventies die met middelen van de Gelijke Kansen Alliantie worden ontwikkeld, worden hoe dan ook altijd uitgewisseld.”

Ondersteuning van CED-Groep

In Gorinchem is inmiddels een stevige aanpak voor kinderen tot 12 jaar. De kernelementen hiervan: samenwerking tussen netwerkpartners, leren van en met elkaar, kritisch kijken naar de effectiviteit van interventies, monitoring en maken van resultaatafspraken. “Als we met deze aanpak ook de stap kunnen zetten richting het voortgezet onderwijs, zijn we spekkoper”, aldus een bevlogen Janny. Zij benadrukt hoe belangrijk de rol van de CED-Groep in het hele proces al jarenlang is. “De CED-Groep zorgt niet alleen voor de monitor, maar heeft ook een adviserende rol. De gevraagde en ongevraagde adviezen die ik krijg, vind ik heel waardevol. Hun inbreng heeft echt meerwaarde."

Lees hier meer over wat de CED-Groep voor gemeenten doet.

Logo in rondje

Meer weten?

Wil je meer weten over de vve-monitor en/of wat we voor jouw gemeente kunnen betekenen? Neem contact op met Anja de Rooij.

x